Werkloosheid afgestudeerde kunstenaars zeldzaam laag
Publicatiedatum: 10 aug., 2017Door: Barbara Belfi en Ardi Mommers
De werkloosheid onder afgestudeerden uit het hbo-kunstonderwijs betrof in 2016 slechts 3,1 procent; fors lager dan het hbo-gemiddelde van 5,0 procent[1]. Het aandeel werkloze kunstenaars ligt daarmee op het laagste niveau van de afgelopen twintig jaar. Hoewel er al een aantal jaar sprake is van een daling in de werkloosheid onder kunstenaars, is er met name tussen 2015 en 2016 een zeer sterke afname zichtbaar (-3,6 procentpunt). Naast een daling in de werkloosheid zijn de lonen van kunstenaars in het afgelopen jaar toegenomen, maar er is nog altijd een sterk verschil met het hbo-gemiddelde.
In Figuur 1 is te zien dat de werkloosheid in twintig jaar tijd daalde van een zeer hoge 15,9 procent (in 1996) tot een zeer lage 3,1 procent in 2016. De periode 2003-2006 vormde een negatieve uitzondering op deze trend, met een opmerkelijke werkloosheidspiek in 2005 van 12,7 procent. Verder is in de figuur te zien dat de werkloosheid onder afgestudeerden uit het hbo-kunstonderwijs lange tijd veel hoger lag dan het hbo-gemiddelde, maar dat het aandeel werklozen sinds 2011 in de pas loopt met de landelijke ontwikkeling.
Bij de daling in de werkloosheid spelen vermoedelijke meerdere aspecten een rol. Zo hebben hogescholen de afgelopen jaren het aantal studenten teruggebracht om de (kwantitatieve) aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren[2]. Ook lijkt de kunstsector te profiteren van de groeiende economie, zo zijn Nederlanders in 2016 meer gaan besteden aan horeca, dagjes weg en cultuur[3]. Deze toegenomen consumentenuitgaven geven daarmee een tegenwicht aan de forse overheidsbezuinigingen op de cultuursector sinds 2013[4]. Daarnaast is er binnen de kunstsector al jarenlang sprake van een sterk toenemend aandeel zelfstandige ondernemers, hetgeen de dalende werkloosheid mede kan verklaren.
Figuur 1 - Werkloosheidspercentage afgestudeerden hbo-kunstonderwijs (voltijd), anderhalf jaar na afstuderen, metingen 1996-2016
De daling in de werkloosheid van kunstenaars tussen 2015 en 2016 ging gepaard met een toename van de uurlonen. In één jaar tijd nam het gemiddelde (inflatiegecorrigeerde) uurloon van pas afgestudeerde kunstenaars toe van ongeveer €10,40 naar €10,70. De procentuele loongroei onder kunstenaars (+3 procentpunt) is daarmee ongeveer vergelijkbaar met de loongroei in het gehele hbo (+ 4 procentpunt). Wel liggen de uurlonen van kunstenaars al jarenlang fors lager dan het hbo-gemiddelde, in 2016 ruim 3 euro per uur lager. Op maandbasis zijn de verschillen nog groter, omdat kunstenaars gemiddeld minder uren werken dan andere hbo’ers. In 2016 verdienen kunstenaars gemiddeld €1499 per maand tegen €2066 in het gehele hbo.
[1] De in dit artikel gepresenteerde cijfers hebben betrekking op gediplomeerden aan voltijd hbo-opleidingen.
[2] Het doel was een totale reductie van in ieder geval 1.383 studenten in studiejaar 2015-2016 ten opzichte van oktober 2010. De uiteindelijke realisatie betrof een reductie van 1.599 ingeschreven studenten. Uit: Vereniging Hogescholen (2016). Vierde Voortgangsrapportage Sectorplan hbo kunstonderwijs studiejaar 2015-2016.
[3] CBS (2017). Bbp groeit met 0,5 procent in vierde kwartaal 2016. Zie: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/07/bbp-groeit...
[4]“De rijksoverheid bezuinigt conform het regeerakkoord van het kabinet Rutte I met ingang van 2013 in totaal 200 miljoen euro op de culturele sector. Deze bezuiniging is deels ingevuld door het stopzetten van subsidieregelingen en andere posten. Ook is er een generieke bezuiniging op de gehele cultuurbegroting doorgevoerd van 2,2% incidenteel in 2011 en 5% structureel vanaf 2012.” Kamerbrief OCW, 24 december 2013.