Wie A zegt, zegt ook B? Arbeidsmarktervaring doet hbo-afgestudeerden hun opleidingsevaluatie deels herzien

Publicatiedatum: 22 okt., 2018

Recent afgestudeerde hbo’ers evalueren sommige aspecten van hun opleiding op een andere manier dan laatstejaarsstudenten, zo blijkt uit een gemeenschappelijke analyse van gegevens van de Nationale Studenten Enquête (NSE) en de HBO-Monitor, uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Hoewel de gemiddelde oordelen van laatstejaarsstudenten en afgestudeerden over de meeste aspecten van hun opleiding in elkaars verlengde liggen, nuanceren afgestudeerden hun opinies over sommige deelaspecten als gevolg van hun ervaringen bij de stap naar de arbeidsmarkt. Gemiddeld zijn afgestudeerden iets positiever over hun docenten en iets kritischer over de mate waarin hun opleiding hen voorbereidde op de arbeidsmarkt.


NSE en HBO-Monitor

Zowel de NSE (uitgevoerd door Studiekeuze123) als de HBO-Monitor (uitgevoerd door ROA) bevatten ieder jaar beoordelingsvragen waarbij respondenten gevraagd wordt verschillende aspecten van hun hbo-opleiding te evalueren. De NSE focust hierbij enkel op studenten, terwijl de HBO-Monitor zich uitsluitend richt op recent afgestudeerden. Voorheen was het echter nog onduidelijk hoe de oordelen van laatstejaarsstudenten en afgestudeerden zich tot elkaar verhouden.


Studieoordeel deels afhankelijk van studieachtergrond en leeftijd

Een eerste resultaat van de vergelijkende ROA-analyse is dat beoordelingsschommelingen in beide metingen sterk lijken samen te hangen. Als opleidingen door studenten boven- of onder- gemiddeld worden gewaardeerd, krijgen ze gewoonlijk ook van afgestudeerden deze beoordeling. Een voorwaarde is daarbij wel dat de componenten met dezelfde antwoordschaal zijn gemeten. De beoordeling van opleidingsaspecten door afgestudeerden lijkt verder niet noemenswaardig te verschillen tussen mannen en vrouwen. Oudere afgestudeerden zijn meestal wel wat kritischer en afgestudeerden met een mbo-vooropleiding doorgaans iets positiever. De sterke samenhang tussen de beoordelingsvariaties die gemeten werden in de NSE en de HBO-Monitor kan gezien worden als een validering van beide onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken.


Hbo’ers na studie positiever over docenten en kritischer over voorbereiding arbeidsmarkt

Om een beeld te krijgen van de toegevoegde waarde van de beoordelingsvragen in de HBO-Monitor bovenop de informatie uit de NSE, werden eveneens de beoordelingsverschillen tussen studenten en afgestudeerden bestudeerd. Hoewel voor de meeste opleidingsaspecten het gemiddelde oordeel van studenten en afgestudeerden nauwelijks verschilt, is dat duidelijk niet zo voor de evaluatie van docenten. Hetzelfde geldt voor de beoordeling van de mate waarin de opleiding voorbereidt op het beroepsleven. Recent afgestudeerden zijn namelijk gemiddeld positiever over de betrokkenheid en het inspirerend vermogen van hun docenten, en gemiddeld negatiever over de mate waarin hun opleiding hen voorbereidde op de beroepsloopbaan. In beide gevallen gaat het echter om een wijziging van slechts ongeveer 0,3 tot 0,4 schaalpunten (op een vijf-puntschaal), wat suggereert dat het eerder om een lichte bijstelling van het oorspronkelijke oordeel gaat dan om een fundamentele herziening.


Succes op de arbeidsmarkt voorspellend voor studiebeoordeling achteraf

Een verdere analyse toont bovendien dat de studiebeoordeling van hbo’ers beïnvloed wordt door hun arbeidsmarktervaring tijdens het eerste jaar van afstuderen. Afgestudeerden van opleidingen met gunstige arbeidsmarktresultaten zijn bijvoorbeeld na afstuderen positiever in hun hun oordeel over de voorbereiding op de arbeidsmarkt dan tijdens de studie zelf. Afgestudeerden van opleidingen met veel doorstroom naar vervolgonderwijs worden daarentegen worde na afstuderen juist kritischer in hun oordelen over hun docenten. Ten laatste blijkt dat veranderingen in studieoordeel tijdens en na de studie slechts in beperkte mate worden verklaard door individuele arbeidsmarktervaringen van afgestudeerden. De veranderingen worden vooral verklaard door het arbeidsmarktsucces van hun opleiding als geheel, ook als deze afwijken van het individuele arbeidsmarktsucces.



Terug naar het nieuwsoverzicht


Deel deze pagina: